Nieuws

Flinke bijbetaling werkgever na waardeoverdracht pensioen (ex-)werknemers


Pensioen waardeoverdracht bijbetaling werkgever

Werkgevers met een pensioenregeling bij een verzekeraar, ontvangen soms een flinke nota voor de waardeoverdracht van een (ex-)werknemer. Hoe komt dat? Sinds 2008 wordt er jaarlijks een rekenrente (standaardtarief) vastgesteld waartegen pensioenaanspraken in geval van individuele waardeoverdracht gewaardeerd moeten worden. Hoe lager de rente is, des te hoger de over te dragen waarde van de pensioenpot is. In hoeverre dat tot een bijbetalingsplicht voor de werkgever leidt, is afhankelijk van het verschil met het tarief waartegen het pensioen van de betreffende werknemer ooit is ingekocht. Oftewel het verschil tussen de overdrachtswaarde en de daadwerkelijke reserve die hoort bij dat pensioen. Daarbij is van belang of het om een uitgaande of inkomende waardeoverdracht gaat.

Tot en met 2010 vooral risico bij inkomende waardeoverdracht nieuw personeel

Tot en met 2010 was de rekenrente hoger dan 4%. De meeste lopende pensioencontracten hadden toen nog een rekenrente van 3% of zelfs 4%. Als een nieuwe werknemer de opgebouwde pensioenwaarde overdroeg, kwam er een lager bedrag binnen dan nodig was om hetzelfde pensioen weer aan te kopen. Dat tekort moest door de nieuwe werkgever worden bijbetaald.

Vanaf 2011 verschuiving naar risico bij uitgaande waardeoverdracht

Vanaf 2011 was de rekenrente lager dan 3%. Het risico van bijbetaling bij inkomende waardeoverdracht werd daarmee kleiner en verdween zelfs nagenoeg. naarmate de rente verder daalde. Daar kwam echter voor in de plaats het risico van bijbetaling bij een uitgaande waardeoverdracht. Want als er tegen 4% of 3% een pensioen is ingekocht, dan is de voorziening voor dat pensioen lager dan de wettelijke overdrachtswaarde. De oude werkgever betaalt deze rekening.

Het gaat de laatste jaren, door de extreem lage rente, vaak om substantiële bedragen. Sinds 2023 is de rente voor het berekenen van de wettelijke overdrachtswaarde weer aan het stijgen.

Het renteverloop sinds de introductie van het standaardtarief

Jaar      Rekenrente standaardtarief
2008      4,926%
2009      4,533%
2010      4,122%
2011      2,984%
2012      2,802%
2013      2,432%
2014      2,785%
2015      2,156%
2016      1,629%
2017      0,864%
2018      1,648%
2019      1,577%
2020      0,290%
2021      0,082%
2022      0,528%
2023      2,472%
2024     3,16%

Groter risico door verdwijnen zes maandstermijn voor waardeoverdracht

Het risico van bijbetaling bij uitgaande waardeoverdracht is groter geworden. Tot 2015 moesten werknemers binnen zes maanden na de start van een nieuwe baan waardeoverdracht aanvragen. Die termijn is komen te vervallen voor werknemers die op of na 1-1-2015 in dienst zijn gekomen. Zij mogen ook na zes maanden nog steeds waardeoverdracht aanvragen.

Risico op bijbetaling bij waardeoverdracht ex-werknemers uit (ver) verleden

Als werkgever loop je ook risico voor het pensioen van werknemers die al jaren uit dienst zijn. Iemand die al lange tijd uit dienst is en inmiddels opnieuw is gewisseld van baan, kan namelijk al zijn in het verleden elders opgebouwde pensioen overdragen naar de pensioenregeling van de nieuwe werkgever. Het kan dus gebeuren dat er door iemand die bijvoorbeeld al 12 jaar uit dienst is, alsnog een flinke bijbetalingsrekening op de mat valt.

Regeling beperking bijbetalingslasten voor alle werkgevers

De politiek heeft pas de laatste jaren oog voor dit probleem. Eerder kwam er een beperking van het risico voor kleine werkgevers. Sinds eind december 2015 is ingesteld dat deze beperking van de lasten met terugwerkende kracht tot 1 januari 2015 geldt voor alle werkgevers.

De werkgever hoeft niet mee te werken aan de waardeoverdracht als:

  1. de bijbetaling van de werkgever meer bedraagt dan €15.000 én;
  2. de bijbetaling meer bedraagt dan 10% van de overdrachtswaarde

Het feit dat aan beide voorwaarden moet worden voldaan biedt niet altijd voldoende bescherming. Zie ter illustratie onderstaand voorbeeld.
Overdrachtswaarde:      €180.000
Bijbetaling werkgever:    €16.000

De bijbetaling is hier wel meer dan €15.000, maar minder dan 10%. Dus de werkgever moet in dit geval toch meewerken aan de waardeoverdracht.

Wat kan ik zelf doen om het risico te beperken?

In de eerste plaats is het bij veel pensioenverzekeraars mogelijk om het bijbetalingsrisico te verzekeren. Er zijn grote verschillen in de manier waarop dit wordt gedekt. Bij de ene uitvoerder is er alleen dekking tijdens de looptijd van het contract, bij de ander loopt de dekking ook door tot na het einde van het contract. Ook kan het zijn dat alleen inkomende of alleen uitgaande waardeoverdracht is gedekt. Let hier dus goed op wanneer u als werkgever kiest voor een nieuwe pensioenverzekeraar. Een dergelijke verzekering biedt geen dekking over oude pensioencontracten die elders lopen.

Goede voorlichting

Werknemers denken onterecht dat ze zichzelf tekortdoen als ze geen gebruik maken van waardeoverdracht. Toch is waardeoverdracht lang niet altijd gunstig voor een werknemer. Zo kan een opgebouwd partnerpensioen komen te vervallen doordat de nieuwe pensioenregeling alleen een risico partnerpensioen kent. Ook kan het zijn dat een middelloonpensioen met een gegarandeerde uitkering wordt omgezet in een beleggingspensioen waarbij alle risico’s bij de werknemer zelf liggen. Of een verzekerd pensioen wordt overgedragen naar een pensioenfonds met een afstempelrisico.

Als waardeoverdracht niet ongunstig is, dan levert het in de meeste gevallen hooguit voor de werknemer als voordeel op dat alle pensioenen gebundeld zijn. Met het nationaal register mijnpensioenoverzicht.nl is dat voordeel echter ook achterhaald.

Door de werknemer goed te informeren over de gevolgen van waardeoverdracht van het pensioen kan hij of zij een beslissing nemen op basis van valide redenen en niet meer omdat men denkt dat het moet. Werknemers hebben vaak ook geen weet van de bijbetalingsplicht van de werkgever. De meeste mensen die constateren dat waardeoverdracht voor hen niets oplevert, willen doorgaans met het nadeel voor de werkgever wel rekening houden als ze daarvan op de hoogte zijn. Door goede informatie bij in- en uit dienst treden kan het aantal waardeoverdrachten dus afnemen. Helaas kunt u ex-werknemers hier niet meer mee bereiken en blijft dat risico bestaan.

Wettelijk is het niet toegestaan om de bijbetalingsplicht te omzeilen door bijvoorbeeld de nota bij de werknemer te leggen of door op andere wijze te verhinderen dat de werknemer gebruik maakt van het recht op waardeoverdracht.

Automatische waardeoverdracht kleine pensioenen

Sinds 2019 mogen pensioenuitvoerders kleine pensioenen (kleiner dan €592,51 in 2024) automatisch overdragen, als deze op of na 1 januari 2018 premievrij zijn geworden. Voorwaarde hierbij is dat het gaat om een wisseling van dienstverband van een werknemer, dus niet om een collectieve beëindiging van een pensioenregeling bij een pensioenuitvoerder. Het probleem is dat bij veel uitvoerders de reden van de beëindiging niet op individueel niveau is te achterhalen.

Veel uitvoerders gaan over tot automatische waardeoverdracht omdat het relatief veel kost om kleine pensioenen administratief te verwerken. Als er sprake is van verzekerde uitkeringsovereenkomsten (middelloon) kunnen de bijbetalingsverplichtingen ook voor kleine pensioenen heel fors zijn. Daarom worden deze veelal buiten de automatische waardeoverdracht gelaten.